Kenrick.reismee.nl

Vietnam 4 - Hoi An / Ninh Binh / Ha Giang loop - einde

Na mijn avonturen in Dalat was ik afgereisd naar Hoi An. Een oude handelstad in midden Vietnam. Je komt hier ook de oudegebouwen en kleine straatjes tegen die daar bij passen. Ik ontmoet hier weer Roselien en Tobi. Er wordt niet heel veel gedaan dan rondhangen, eten en drinken. Er wordt nog wel een fietstochtje gemaakt door de omgeving van Hoi An.

Na deze 3 dagen vertrek ik richting Hanoi (de hoofdstad van Vietnam) mijn enige dag die ik hier heb gebruik ik voor een dagtrip naar Ninh Binh, een vrij apart natuurgebied. Eerst wordt de grootste pagode van Vietnam bezocht met daarna een bezoek aan een uitzichtpunt. Om bij dit punt te komen moet je maar 500 traptreden beklimmen. Na de lunch wordt de dag afgesloten met een boottochtje door Ninh Binh. Je vaart in een soort van botentrein door het gebied. Via verschillende grotten kom je in andere delen terecht. Wat ze gemeen hebben is dat je tussen kloven en bergen gehuld in regenwoud doorvaart. Af en toe hebben die gekke Vietnamezen hier een bouwwerk of tempel tussen geplaatst. 's Avonds ben ik terug in Hanoi en ontdek ik iets meer van de stad zelf (ok, alleen beerstreet waar je voor 5000 dong (~ 20 eurocent) een waterig pisbiertje kan kopen).

Na dit alles reis ik af naar Ha Giang om hier de motorbike loop te gaan doen. Zoals vele reiszigers die ik ontmoet zeggen is dit het vetste wat ze gedaan hebben met hun tijd in Vietnam. Ik moet bekennen dat dit ook voor mij het geval is.

Je begint de eerste dag met een briefing over hoe en wat. Dan rijd je met een groep van ongeveer 25 man richting het checkpoint (waar Vietnamese politie reizigers zonder internationaal rijbewijs probeert te pakken) en wordt je er door de organisatie hier langs geholpen. De groep dunt na het checkpoint uit door mensen die hun eigen gang willen gaan. We houden ongeveer 18 personen in onze groep over. Je reist dan verder door een berg gebied wat ongekend is. Kronkelende wegen, briljante uitzichten, kinderen die je high fiven langs de weg en 's avonds een klein feestje met de groep.

Dat deze loop niet totaal veilig is hebben we ook gezien op onze trip. Ik heb het (gelukkig) niet zien gebeuren maar een vrachtwagen die reed 1 van de motoren in onze groep aan. Het meisje op deze motor had een chauffeur en heeft hier een grote beenwond aan overgehouden; het bot was zichtbaar, de chauffeur zou zijn arm gebroken hebben. 2 dames met medici opleiding zijn met het gewonde meisje meegegaan nog 2 andere durfde niet verder.

Na dit ongeluk werd er door onze gids aanzienlijk rustiger gereden. Dit ook omdat het weer er niet echt top bij is. Het is bijna Nederlands winter weer. De temperatuur ligt zo rond de 10 graden, het regent en het is tamelijk mistig. Die mist betekend ook dat onze uitzichten er niet meer zijn. We stoppen nog wel op een aantal uitzichtpunten maar vaak is het maar even om de benen te strekken. Nog een reden van het rustiger rijden is de conditie van de wegen. Vaak ligt er modder en grind op de weg. Je komt vaak genoeg een gat in de weg tegen en soms is er geen eens asfalt meer te vinden wat je dan ongeveer laat off roaden.

Nu ik de loop heb afgerond wil ik hem nog een keer doen, dan met een andere motor (niet zo'n 110cc half automaat) en beter weer.

Mijn 2 weken reizen door Vietnam zijn nu ten einde. Met nog 2 reisdagen zal er niet veel spectaculairs meer gebeuren. Dan is het weer verder werken aan mijn stage. Dus dit is ook mijn laatste update over mijn tijd in Vietnam.

Viet Nam cam o'n!

Vietnam 3 - Dalat

Mijn stage loopt nu richting het einde en ik had nog niet veel meer van Vietnam gezien dan Ho Chi Min City. Reden genoeg om op reis te gaan! De afgelopen dagen ben ik dat dan ook gaan doen. In totaal zal dit iets meer dan 2 weken reizen zijn. Ik hoop dat ook iets vaker hier wat vertel over mijn avonturen.

Kenrick die begint aan een reis gaat altijd soepel toch? Nou, ik was netjes optijd bij mijn pickup punt en zou me moeten aanmelden bij de ticket office. Dat ging wat minder soepel dan gepland aangezien maps de locatie niet goed doorgaf, alle touringcars de gevels onleesbaar maakten. Beetje last minute weet ik toch de juiste office te vinden en haal ik mijn nachtbus nog.

Ik arriveer om 3 uur 's nachts in Dalat. Het eerste wat je merkt is dat het hier een stuk kouder is dan in Ho Chi Min. Het is op dit moment 14 graden. Gelukkig kan ik inchecken in m'n hostel en gewoon nog een aantal uur slapen. Als ik wakker wordt ontmoet ik een Duitse Jongen Tobi. Hij verteld mij dat hij met een twee andere (Sean een wereld reizende Amerikaan en de Belgische Roselien) een kleine hike gaat maken naar een lokale bergtop, Langbiang Mountain, en ik besluit om met ze mee te gaan. Met de bus vertrekken we richting de berg. Het eerste stuk klimmen gaat vrij makkelijk. Het laatste stuk naar de top van de berg daar in tegen... Ik dacht dat mijn conditie wel redelijk was voordat ik naar Vietnam vertrok. De luchtkwaliteit van Ho Chi Min en het niet echt actief bewegen heeft daar waarschijnlijk ook groot effect op gehad. Want man, man, man, wat was dat laatste stuk zwaar. Ik was gewoon dood toen ik aan de top kwam. Maar het was het waard.

In de avond zijn we Vietnamese hot pot gaan eten. Eigenlijk een grote bak soep waar de hele stukken kip in zitten. Roselien werd redelijk ongemakkelijk van het niet precies weten welke stukken kip je aan het eten bent. De maag, hart en lever zwemmen gewoon vrolijk rond in de soep. Daarnaast heb je ook nog de kop en de klauwen die je terug kan vinden. Na een aantal biertjes toch maar het Hostel opgezocht en gaan slapen.

Tijd voor een kleine road trip. In de omgeving van Dalat zijn een aantal mooie watervallen te vinden. We waren van plan om met hetzelfde groepje verder dit te gaan doen. Sean had echter besloten om niet mee te gaan. 2 scooters, een lekke band en een scooter swap later kunnen we onderweg naar de Elephant Waterfall. Grofweg 30km van Dalat. Onderweg komen we een Weasel Coffee farm tegen. De koffiebessen worden aan wezels gevoerd die het vruchtvlees van de koffievrucht verteren maar niet de koffieboon. De bonen worden gewassen, van hun schil ontdaan en vervolgens gebrand. We hebben dit niet geprobeerd want een kopje van deze speciale koffie was toch 80.000 VND ~ 3 euro. Niet veel later komen we bij de beoogde waterval. Eerst bezoeken we de naastgelegen tempel, ik vermoed dat deze Hindoestaans is. We genieten van watermeloen onderaan de waterval en gaan niet veel later weer op pad richting de grootste waterval van Zuid-Vietnam; Pongour Waterfall. Onderweg stuurt maps ons via een onverharde weg. Het was gekkewerk maar heel tof om te doen. Misschien moet ik gaan overwegen om een offroad cursus te doen voor de motor. Na deze uitdaging zijn we bij de waterval. Unaniem zijn we het er over eens dat deze mooier is dan de Elephant. Als klap op de vuurpijl zien we tegen de rotswand nog een aantal aapjes rond klimmen.

De terugweg naar Dalat kunnen we niet anders noemen dan koud. Het is hier grofweg om 17:30 donker en de temperatuur zakt dan hard. We moeten dan nog een uur rijden voordat we terug zouden zijn in Dalat en om brandstof te sparen rijden we minder hard. Totaal verkleumd komen we terug. Zelfs na een warme douche heb ik het nog koud.

Het Vietnamese onder 22 voetbal team moet die avond ook spelen. Als we gaan eten is ons beoogde restaurant ook afgeladen vol en is de 2e helft net begonnen. Met goedkeuring komen we aan de tafel te zitten van 2 Ieren. We genieten van goed eten en zien hoe het team nog 2 keer weet te scoren. Die Vietnamezen worden helemaal gek en produceren een boel lawaai. Ze gaan totaal op in hun sport. Na de wedstrijd worden we nog door een tal van Vietnamezen benaderd, er wordt zoals gewoonlijk veel geproost. We eindigen de avond in een kroeg en wagen nog een dansje.

Vandaag staat dan in het teken van een beetje uitbrakken. Ik ben er vandaag achtergekomen dat een Vietnamese massage daar uiterst geschikt voor is. Tobi en Rosalien zijn vanmiddag vertrokken met de nachtbus naar Hoi An. Morgen vlieg ik naar Da Nang om dan naar Hoi An te gaan en zal ik me weer aansluiten bij hen.

Als laatste nog een shout out naar het geweldige hostel waar ik verblijf, Pretty Backpackers House. De eigenaren doen uiterst hun best om je thuis te laten voelen. Iedere dag bijna een ander ontbijt. Als je iets wilt doen/regelen helpen ze je er graag bij of boeken ze het voor je. Dus mocht je ooit in Dalat zijn is dit zeker een aanrader! Oh en ze hebben een veel te dikke dachshund genaamd Dollar.

Vietnam - 2

Het is vandaag 2 maand geleden dat ik vertrokken ben om onderzoek te gaan doen in Vietnam. Ik heb ondertussen een aantal activiteiten gedaan en wat meer van de stad Ho Chi Minh, of Saigon zoals de stad nog steeds wordt genoemd door locals, gezien.

Voor war recente historie ben ik naar het War Remnants Musuem gegaan. Het museum gaat over voornamelijk de rol die de Amerikanen hebben gehad tijdens die Vietnamoorlog. Er zijn dan ook vele verhalen van ooggetuigen en foto's van de oorlog. Een aantal oude voertuigen die de Amerikanen hebben achtergelaten zijn te zien. Een groot gedeelte van het museum is gewijdt aan het gebruik van het zogenaamde Agent Orange, chemicaliën die gebruikt werden om het regenwoud van het blad te ontdoen, en de gevolgen voor de Vietnamese bevolking die Agent Orange veroorzaakt heeft.

Een ander meer interactieve ervaring zijn de Chu Chi Tunnels. Deze tunnels zijn voor en tijdens de Vietnamoorlog gegraven. De tunnels liggen zo'n 40km ten noorden van Ho Chi Minh en hebben een totale lengte van meer dan 200km. Ze werden gebruikt door de Vietcong als uitvalbasis naar Ho Chi Minh/Saigon. Tijdens de tour mag je ook door de tunnels lopen (zo'n 30% breder dan ze vroeger waren) en krijg je meer te zien hoe er werd geleefd. Daarnaast wordt er meer ingegaan op hoe de Vietcong streed tegen de Amerikanen.

Een wat minder bloeddorstige atractie zijn de verschillende Chinese tempels die door de stad verspreid zijn. Ik heb er 2 bezocht. De ene is meer gedetailleerd waar de ander meer kleur heeft. Hierdoor krijgen beide tempels een totaal verschillend beeld. De gedetailleerde tempel is ook de meest toeristische van alle Chinese Tempels in Ho Chi Minh, wat ook weer een mooi contrast gaf tussen de drukte en rust in de tempel

Dan is er nog de Ben Thanh Market, een grote toeristische markt hal. Winkeltjes van ongeveer 4 vierkante meter met gangen tussen door van ongeveer een meter. Mensen verkopen er kleding, koffie, verse (ok hoe vers het is weet ik ook niet) en levende vis en meer. De prijzen zijn er wel aardig aan de hoge kant wat betekend dat je lekker mag (of eigenlijk moet) afdingen.

Het nachtleven van Ho Chi Minh heb ik ook geprobeerd te ontdekken. Als we denken dat er in een Nederlandse kroeg de muziek al hard staat dan mag je nog een keer denken. Volume standje 1000 staat de muziek zo ongeveer. Er wordt toch wat andere muziek gedraaid dan in Nederland maar af en toe komen die typische dans hitjes ook hier naar voren. Toch heeft het voor mij weer eens bewezen dat ik niet zo van de echte clubs ben.

Vietnam - 1

Ik ben nu al meer dan 2 weken weg en in Vietnam, en dan wel Ho Chi Min City oftewel Saigon voor mijn studie. Ik ga hier bezig met image processing, het data opdoen vanuit een foto die je in je computer laad. Denk hierbij aan bijvoorbeeld afstanden meten.
Praktische informatie: het tijdverschil bedraagt momenteel 5 uur, als Nederland naar wintertijd gaat zal deze 6 uur worden.

En ik zal maar bij het begin beginnen, de dag dat ik ging vliegen.

Het is zondag ochtend vroeg na het feest, ik voel me niet top maar dat zal vast wel komen omdat ik een biertje te veel gedronken heb, toch? Ik zal maar niet te veel in details gaan, maar laat ik het zo zeggen dat ik, en dan vooral mijn maag, me belabberd voel. Na nog wat langer in bed te hebben gelegen toch maar klaar maken om te vertrekken, want mijn vlucht zou immers om 19:00 zijn.

Drama puntje 1 gaat hier om de hoek komen kijken. Ik probeer, zoals dat zo makkelijk kan, via internet in te checken. Ik probeer wat ik kan maar inchecken lukt niet! Na enkele minuten kijk ik wat verder. Nee, dat zal toch niet! Ik heb natuurlijk heel goed mijn vlucht geboekt, en deze was de dag van te voren vertrokken! Alle ziekheid, emotie en dit breekt me. Ik weet op dit moment even echt niet meer wat ik moet. Maar ik heb een top moeder, en top hulp die mij hier doorheen sleept! Er wordt meteen met de airline gebeld en het wordt voor me geregeld aangezien ik in alle staten ben.

Ondertussen heeft mijn maag de strijd opgegeven en mij naar de wc gestuurd, drama puntje 2, want zo veel had ik gister toch niet gedronken? In ieder geval, tijd om mijn handbagage en laatste spullen bij elkaar te zoeken. Zo gezegd en zo gedaan en de auto in naar Schiphol. Ondertussen wordt er al meer dan een halfuur gebeld met de airline, iets met een taalbarrière.

Ondertussen voel ik me ook niet echt beter maar goed ik zal naar Vietnam gaan.

Dan zijn we (Ik m’n ouders en Henny) op schiphol, ik voel me steeds minder goed. We halen wat fruit aangezien ik denk dat mijn maag dat nog kan hebben. Het vliegticket wordt uiteindelijk geregeld aan de desk van de airline en mijn bagage is ingecheckt. We drinken nog wat voordat ik ga vertrekken. Drama puntje 3, mijn maag verliest alweer de strijd. Dit is geen kater meer, ik ben gewoon ziek.

Drama puntje 4, afscheid nemen terwijl je je echt belabberd voelt. Ik had me toch iets anders voorgesteld. Maar ik heb geen energie meer dus het is wat het is. Op naar de douane en naar mijn vlucht richting Istanbul, om dan naar Ho Chi Min te vliegen. Ik heb nog nooit zo veel ruzie gehad met beenruimte tijdens een vlucht als op de vlucht naar Istanbul. Maar ik, en mijn maag, weten zich door de vlucht heen te slaan.

Drama puntje 5, ik land op Istanbul en zie meteen dat mijn vlucht niet direct naar Ho Chi Min is, zoals verwacht, maar eerst via Hanoi gaat. Daarnaast valt er de, in het dikke oranje, +1h00 ook op die naast de vlucht staat. Mijn overstap van 3 uur wordt 4 uur maar dat kan ik nog wel hebben. Ik zoek een plekje op, leg mezelf er neer, zet een wekker en doe een prima oogje dicht.

Ik wordt na een tijdje wakker en ga maar eens kijken of er al bekend is bij welke gate ik daarna moet zijn. Ik kom tot de ontdekking dat dit zo is en ik ga opzoek naar mijn gate. Als ik daar aankom zitten er misschien in totaal 5 mensen in de ruimte te wachten. Ik zoek een set stoelen uit, zet en wekker en doe mijn oogjes weer dicht.

Na, voor mijn gevoel enkele momenten, is de ruimte een stuk voller en roept iemand van de airline ‘Ladies and gentleman, the flight does not depart from this gate and will be delayed by an aditional 1 and a half hours’. Drama. Puntje. 6. Ik sleur me redelijk van mijn slaapplek en ga opzoek naar de volgende gate. Ik kom tot de ontdekking dat de vluchthaven van Istanbul een gigantische hal heeft met honderden winkeltjes. Het is ondertussen een uur of 3 ’s nachts (lokale tijd) en het is ook allemaal geopend. Maar ik ben moe, voel me nog steeds niet top dus ik loop er snel langs richting mijn gate. Ik vind en stoel en probeer weer een oogje dicht te doen. Die missie slaagt alleen niet.

Uiteindelijk vertrek ik, en kom ik wel aan in Ho Chi Min. Als ik het vliegveld uit stap is 1 ding meteen duidelijk. Koud is het hier niet. Het is hier dan rond een uur of 11 ’s avonds en nog steeds rond de 30 graden en een lucht vochtigheid waar zelfs Nederland nog wat van kan leren. Ik maak mijn weg naar het hostel waar ik mijn mede studie genoot ontmoet. Ik voel me waar genoeg wel redelijk ok en gaan dus maar voor een biertje op stap en na dat ene biertje is het ook linea recta mijn bed in.

De eerste paar dagen is het bijkomen van de drama puntjes en wennen aan het land, of nouja de stad. Het is warm, overal brommers die langs de auto’s scheuren en zich in elk klein gaatje wurmen. Op elke hoek van een straat staan 1 al dan niet 3 mensen die hun voedsel proberen te verkopen. De stoep is ideaal om gebruik van te maken om je winkel/restaurant uit te breiden of dient als parkeerplaats van brommers.

We nemen dan ook redelijk snel de keuze om ons leven te wagen en scootertjes te huren. Het verkeer lijkt zo veel erger dan het is. De verkeersregels voor scooters:
- houd de rechter rijbaan aan, links mag je ook prima gebruiken
- rechts afslaan kan altijd
- de stoep kan zo nodig als extra rijbaan dienen mocht het verkeer opstroppen
- geef groter verkeer de ruimte
- heb respect voor bussen

Ik denk dat ik een weg, bij een zebrapad, oversteken misschien nog wel enger vind dan zelf echt meerijden in het verkeer met de scooters. Het grootste probleem wat ik heb is dat veel van de straten op elkaar lijken. Gebouwen zijn hier allemaal minimaal 4 etages hoog.

Maar goed we verruilen ons hostel voor een hotel vlakbij de universiteit waar wij onderzoek gaan doen. En de eerste zaterdag ontmoeten we dan ook andere internationale studenten die daar dit semester zitten en spenderen daar de dag mee.

Die maandag hebben wij de eerste echte meeting met onze begeleider. Hij stuurt ons aan om de basis van image processing te leren.
Toevallig is er op dat moment een docent van het Saxion ook aanwezig, niet van onze opleiding. We worden dan ook uitgenodigd om mee te gaan eten ’s avonds.

We worden naar het restaurant gebracht. We lopen binnen en links en rechts staan 2 giga aquaria waar vissen van meer dan een meter in zwemmen. Ik verwacht ook dat deze wel gegeten worden als ik de schepnetten boven de aquaria zag. Maar dit is niet de plaats waar wij gaan eten. We worden door dit etablissement gevoerd naar een wat groot golfkarretje om 50 meter verder op te worden afgezet. Dit lijkt niet een speciaal restaurant of wat. Maar we worden mee naar binnen genomen, trap op en een zaaltje in. 2 grote tafels staan hier met stoelen die gigantische rugleuningen hebben. Als er iets chique moet zijn volgens Vietnamese begrippen, dan moet dit het wel zijn. We krijgen verschillende gerechten uit Vietnam te proberen. Met uitstek is het eten wat ik hier gehad heb het beste tot nu toe.

De verdere tijd gebeurd er niet heel veel. Ik ben bezig met programmeren. Tot er natuurlijk 2 september de Onafhankelijkheidsdag van Vietnam gevierd wordt. Ik heb de stad nog nooit zo druk gezien. Nguyen Street kon je bijna over de hoofden van mensen lopen. Al deze mensen waren dan ook aan het wachten tot het vuurwerk moment dat om 21:00 zou beginnen. Nou ze weten wel hoe ze de onafhankelijkheid knallend moeten vieren. Want 15 minuten lang werden er pijlen de lucht ingeschoten. En dan zijn het niet je lullige pijltjes van de Halfords.

The middle bit - Tassie - The end

Het is even geleden dat er een update vanuit Down Under door mij gedaan is. Ik heb in die tijd niet veel achter een pc gezeten. En als ik al achter 1 zat was ik met andere dingen bezig: vluchten plannen, bedenken hoe ik ga reizen en al dat soort zaken. Zoals er in de titel staat the end. Het einde van mijn reis is hier.
Maar voordat ik droevig het vliegtuig in stap en Australie achter me moet laten nog mijn avonturen die ik heb beleefd.

Ik vloog op een mooie dag vanuit Christchurch eerst naar Sydney om daar een aantal uur rond te hangen. Daarna stapte ik weer op het vliegtuig richting Darwin. Je bent geland en je loopt de slurf in, dan merk je het is warm, niet lekker warm door een hoge luchtvochtigheid. Maar goed je neemt dan de shuttlebus naar je hostel. Heerlijk die airco in het busje. Jammer genoeg stap je al gauw het busje weer uit. Het moment dat je uitstapt beslaat je bril. Zo koud was het blijkbaar in het busje en de luchtvochtigheid zo hoog buiten.
In Darwin zelf dit ik niet veel. Het is gewoon te warm. Oftewel bij het zwembad hangen in het hostel.

Dan is het tijd om uit de warmte van Darwin te ontsnappen. In 3 dagen naar Alice Springs. Daarna via Uluru in 6 dagen naar Adelaide.
Dag 1 van down to Alice trip (zo noem ik hem) ik wordt als laatste opgehaald met de bus bij mijn hostel. We moeten eerst 2-4 mensen uit de bus gooien waardoor we uiteindelijk met 13 personen naar Alice Springs gaan. 9 van hen hebben samen al een andere tour gedaan. Ondanks dat ze al een tijdje samen zijn is die groep gelukkig erg open. De totale groep bestaat uit 2 Duitse jongens, 2 Duitse meiden (zij zullen nog wel vaker in het verhaal voorkomen), 1 Britse gozer, een oudere Britse vrouw, een oudere Portugese vrouw, een Italiaan, 2 Franse dames, een Amerikaanse meid die samen met een Australische vriendin aan het reizen is en dan ik. Dan hebben we ook nog een redelijk gestoorde gids wat het helemaal compleet maakt.
We gaan eerst naar Liliyan Falls, een permanente waterval in de outback. Dankzij het regenseizoen staat er meer water in dan normaal zoals bij al het water. Gelukkig staat er niet te veel water in waardoor we op de warme dag lekker een duik in het water kunnen nemen.
Daarna rijden we richting een hoogte punt tussen Darwin en Alice. We zijn jammer genoeg net te laat om de cruise door Katherine Gorge te doen. We lopen dan maar richting het uitzichtpunt. We willen onderlangs omhoog lopen om dan via de hogere route terug te lopen. Het begin van de onderste route is jammer genoeg door het hoge water afgesloten. Dus we moeten de hogere route omhoog en naar beneden lopen. Op het uitzichtpunt kunnen we deels de gorge in kijken.
We rijden dan maar onze kampeerplaats waar we in permanente tenten verblijven. De tenten zijn uitgerust met elektriciteit en echte bedden. Nog voor we aan het avondeten beginnen komen de twee Duitse meiden gillend onze gids halen. Ze hebben een 8-potige vriend in de tent. Het is een mooi exemplaar van een red back. Na het eten sleept onze gids ons mee naar de billabong van de kampeerplaats om krokodillen te spotten. Maar voordat we bij de billabong zijn ziet hij een pad. De beruchte cane toad. Als de goede gids die hij is legt hij netjes uit waarom de cane toad een groot probleem is: Geen natuurlijke vijanden en hij dood veel van de inheemse dieren met zijn gif. Na zijn uitleg zegt hij heel mooi: "I want to kill it." Hij had al uitgelegd dat de meest humane manier van het doden van de padden is door ze in te vriezen. Maar aangezien we die niet hebben loopt hij snel om de hoek uit het zicht en slaat hem dood tegen een muur. Daarna moeten wij achter hem gaan staan en,in het licht van zijn lamp kijken. Er zijn tientallen kleine puntjes die blauw oplichten. Nog meer 8-potige vrienden, wolf spinnen. Dan staan we eindelijk aan de oever van de billabong. Opnieuw moeten we achter onze gids staan. Dit keer lichten er een paar rode puntjes op, de ogen van de freshies. Er liggen een stuk of 3 in het water. Op de verre oever licht er een heerlijk niks te doen.
Op de terug weg een tragisch moment. Ik struikelen en mijn slipper vliegt weg. Ach niet zo erg denk ik nog. Ik vind mijn slipper en kom er achter dat hij kapot is gegaan. Na trouwe dienst heeft hij het toch op moeten geven.

Na onze middag en avond vol gevaarlijke beesten en gebeurtenissen is de ochtend niet zo spannend. Het plan van de dag is verder afreizen naar het zuiden met een aantal stops. We gaan eerst naar Bitter Springs. Gevolgd door een 2e bron en nog wat andere oninteressante stops.
Bitter Springs is zoals ik al zei een natuurlijke bron. Maar het is meer dan een natuurlijke bron want het is ook een hot spring. De naam heeft het te danken aan de werklieden die bij de bron kwamen en het dronken. Ze vonden het nogal bitter smaken. En het zouden geen aussies zijn als ze dan de naam niet simpel houden. Omdat het een hot spring is hangt er een sulfer achtige geur bij het water. Het water was niet heel helder maar je kon de bodem zien, alleen niet goed wat er op de bodem lag. Jammer genoeg was de brug stroom afwaarts gesloten voor onderhoud. Anders zou je met de stroom mee kunnen zwemmen.
De tweede bron is een natuurlijke spa, althans dat wordt het genoemd. Voordat we hier het water in kunnen springen gaan we eerst naar de bron van de bron. Je ziet het water hier dan ook omhoog borrelen. Dan gaan we naar het punt waar het bronwater die modderige rivier ontmoet. Je ziet een duidelijke afscheiding tussen de twee. Tijd om te genieten van het water. Het water is bijna onnatuurlijk blauw en het is heerlijk water om in te zwemmen.
Na ons zwempartijtje gaan we op weg naar de laatste overnachting voor Alice Springs. We komen daar net voor het laatste beetje zons ondergang aan. De tijd voor dagboek schrijven is aangebroken. Iedereen schrijft de gebeurtenissen van de afgelopen dagen op. Een onsociaal sociaal gebeuren. En net voor het eten kont de eigenaar van het terrein langs met zijn baby childerens python. Zo lief klein en schattig, ik had hem zo mee willen nemen. Jammer genoeg krijg je dan problemen met de douane.
We slapen die nacht deels in van die permanente tenten en swags. De swags zijn buiten slaapzakken met een matras waar je met je eigen slaapzak in kruipt. Zo kan je ongestoord onder de sterren slapen, tenminste als er geen groot licht in de buurt is.

De dag dat we in Alice Springs aankomen begint veel en veel te vroeg. Alleen maar voor een zonsopgang. Het is ontzettend mooi maar ik weet dat er meer op het programma zullen staan bij Uluru. Na de zonsopgang komt onze gids met wc-papier naar voren. Sommige moeten over de streep van de weg gaan liggen wc papier in de lengte van de lijn en het lijkt alsof de streep over jou is heen getrokken. Het hoogte punt van de dag zijn the devils marbles, grote ronde rotsen die op elkaar zijn gestapeld door moeder natuur.
In Alice springs gaan we gezellig als groep eten. Daarna nog wat drinken om dan de avond door te laten gaan richting de kleine uurtjes. Ik besluit nog redelijk verstandig te zijn om 'vroeg' naar bed te gaan. De volgende ochtend gaan we al richting Uluru.

Zoals ik zei we gaan naar Uluru. De we bestaat uit mij de twee Duitse meiden en nog 19 andere. Een van de meiden zit naast mij en het duurt dan ook niet lang tot ik gekroond word tot kussen. Ik zal dit de rest van de aankomende 6 dagen ook blijven. De eerste reden was dat ze maar een half uur slaap hadden gehad daarna was het gemak. En zeg nou zelf wie zou het erg vinden als een weg aardig meisje tegen jou in slaap valt. Maar goed voordat we naar Uluru gaan stoppen we en overnachten we in de buurt van Kings Canyon. Nadat we bij ons kamp al onze zooi hebben uitgeladen grijpen we onze zwem kleding en gaan richting Kings Canyon. Aangezien het te warm is om de wandeling rond de kloof te doen lopen we door de kloof naar een kleine poel. En aangezien we voorbereid zijn springen we er massaal in. Heerlijk koud water op een warme, ik bedoel een snik hete, dag. We eten en kruipen in onze swags.

Dag 2 van de Alice naar Adelaide tour is de tweede veel te vroege ochtend. Dit keer gooien we al ons spul in de bus rijden naar Kings Canyon en lopen in het donker en half schemer omhoog. We stoppen op een plateau om naar de zonsopgang te kijken. Niet dat we de zon echt te zien krijgen, maar mooi was het wel. Dan lopen we de wandeling rond de kloof. Prachtige stukken uitzicht over de kloof. Dan loop je later door wat aangegeven staat als 'the garden of eden'. Dus daar leefde Adam en Eva, in een kloof in Australië. The Forgotten City is ook een deel van rond de kloof. Dit zijn grote koepels van steen. Als het licht er op de juiste manier op schijnt lijkt het alsof de koepels ramen hebben. Dit gebeurd vaak alleen bij de zonsondergang.
Na de wandeling gaan we naar Uluru national park. We komen daar tegen lunchtijd aan en hebben dan het eerste gedeelte van de dag voor ons zelf. Jammer genoeg is het zwembad gesloten voor onderhoud bij 40graden plus. Halverwege de middag gaan we het national park in. We lopen het eerste gedeelte van de wandeling rond Uluru. We komen onderweg mensen tegen van onze oude groep (Darwin to Alice tour) tegen. Aan het einde van de wandeling laat onze gids een aantal rots tekeningen zien. Dan gaan we naar de plaats waar de zonsondergang te zien is. Door de bewolking is er niet een geweldige zonsondergang en gaan we eerder terug naar het kamp voor voer en slaap (in swags).

Een vroege ochtend opnieuw want we gaan bij Uluru de zonsopgang bekijken. Dan vertrekken we naar Kata Tjuta. Een rots formatie in de buurt van Uluru. We lopen daar een kleine wandeling van 7km in de vroege ochtend. Op het laatste uitzichtpunt komen we meer van dezelfde oude groep tegen. Dan keren we terug naar t kamp en hebben de middag voor onszelf. We gaan naar een ander kampeer terrein om daar het zwembad over te nemen. Een hagedis daar die als hij snel rent alleen op zijn achterbenen en staart gebruikt vermaakt ons enige tijd. Daarna gaan we Yulara in (niet echt een dorpje maar meer een heel groot vakantie park) om te kijken naar aboriginal dans te kijken. De mannen moeten op een gegeven moment mee doen als kangoeroes en de dames als emu's.

De laatste ochtend bij Uluru national park van we het laatste stukje van de wandeling rond de rots doen tijdens jawel een zonsopgang. Je raak nog gewend aan zo vroeg opstaan. We vertrekken dan naar cobe peedy. Een stadje dat zich richt op opaal mijnen. Er zijn overal grote gaten,in de grond waar mensen aan het mijnen zijn voor deze speciale steen. In de avond eten we bij een galerij dat tevens een Wildlife rescue is. Op het moment dat wij er zijn hebben ze 4 bijna volwassen rode kangoeroes en 1 nog hele jonge joey.

De ene laatste ochtend gaan we door richting Vlinders Ranges. Niet het zelfde gebied waar ik samen met met ouders ben geweest toen wij al in Australië waren. Maar voordat we vertrekken gaan we langs een oude mijn. Deze stamt nog uit de tijd dat alles met de hand werd uitgehakt. En dit was allemaal in de zoektocht voor opaal. Verder gebeurt er die dag niet veel.

De laatste ochtend is net zoals de vorige 'uitslapen' want rond 6 uur in de ochtend opstaan vergeleken met de 4 uur die we de afgelopen dagen hadden. Het laatste stuk rijden naar Adelaide om daar Henry en Barbara en hun kids te ontmoeten. Maar voordat we in Adelaide aankomen gaan we eerst nog een klein stukje lopen door Aligator Gorge, niet dat er daar enige alligators voorkomen. En we stoppen onderweg nog bij een wijnhuis, Seven Hills. Blijkt dat een van Henry's favoriete wijnhuizen te zijn.

Ik verblijf een tijd bij hen en geniet heerlijk van hun gezelligheid. Met Henry ga ik 2 ochtenden lekker zwarte bessen plukken. Samen met Barbara en Sarah door de Adelaide hills touren en wat wijnproeven. De avond voor mijn vertrek richting Tasmanië/Hobart heeft Alexandra haar 'ik ga in Melbourne studeren' feest met de hele familie. Niemand herkende mij maar ze wisten dat we jaren geleden daar geweest waren tijdens kerst. En het was erg gezellig.

Het laatste stuk van de reis begint dan echt. Tasmanië ga ik voor 2 weken bezoeken. Ik verblijf een aantal dagen in Hobart. Dan ga ik de westkust onderzoeken. We gaan op weg richting Strahan. Onderweg stoppen we bij The Tall Trees Walk. Deze hoogste bomen zijn richting de 90 meter hoog. Via 2 watervallen lopen we verder. Dan is het tijd om Lake St. Claire te bezoeken. Het diepste zoutwater meer van Australië. We stoppen nog ik het plaatsje Queenstown, niet te verwarren met die ook NZ. Recentelijk uur het mijnen in het plaatsje stil gelegd. Oftewel er valt daar niks te beleven.
Strahan is een klein plaatsje waar verder ook niet veel te beleven valt.

De dag erna split onze groep in tweeën. De ene groep doet een boot tocht, de andere gaat sportief een twee uur lopen. Aangezien je redelijk wat voor de cruise moet betalen ga ik als arme backpacker lopen. Op een 3/4 van de wandeling is er een ongemarkeerde splitsing voor een avontuurlijke route of de saaie. Natuurlijk blijf ik de saaie route niet volgen. En hij is ook wat avontuurlijker. Bomen die de weg goed versperren, spinnewebben die overal een nergens hangen(gelukkig zover spinnen) een het mee is een stuk klimmen waar geen pad te zien is. Dan meteen we nog over een hangbrug waar je maar met 2 personen tegelijk over mag. Halverwege de brug heb je prachtig uitzicht op Matazuma Falls. Een best wel hoge maar kleine waterval.
Na ons avontuur gaan we naar Henty Dunes. Een grote zandvlakte die op een hoogte van het normale bos is. Er is dan ook een rand wat je letterlijk tegen de toppen van de bomen aankijkt. Misschien wel 1 van de gaafste plekken waar ik zover ben geweest. Miste alleen een sandboard ook heeft helemaal compleet te maken.
We halen de luie mensen op een gaan naar oceaan Beach. Als we in een rechte lijn zouden varen zou het eerste land dat we tegen komen Argentinië zijn. Het verhaal hoor Abel Tasman Tasmanië een NZ vond werd ons ook verteld. Die gekke Nederlanders wisten alleen hoe ze in Australië moesten komen vanuit Indonesië door terug te varen naar Kaapstad en dan richting Perth te varen. En Tasman was geen geweldige stuurman want hij kan niet in Perth aan maar dus ik Tasmanië, of dat was stiekem wel goed gevaren.
's Avonds gaan we vogelbekdier spotten. Na een 10-20 minuten wachten hoor ik en zie ik iets bewegen. Niet veel later komt dan daar een vogelbekdier tevoorschijn.

Na nog een nacht in Strahan door gebracht te hebben gaan we naar Cradle Mountain. Als ik tijd zou hebben zou ik the overland track lopen. Die gaat van
Lake st Claire naar cradle mountain (of andersom) en is een 5 tot 7 daagse wandeltocht. Zelfs ik de zomer kan je daar sneeuw krijgen. Jammer genoeg gaan we de berg niet zelf op, omdat we daar geen tijd voor hebben. We lopen echter twee uur ook het meer heb aan de voet vaag de berg. Nog voor we het national park in rijden zien we een dood gereden tasmaanse duivel. Voor onderzoek naar de ziekte/kanker die de duivels plaagt moeten er foto's een en stukje oor verzameld worden.
Onderweg door het national park stoppen we omdat er een echidna (de Australische versie van de egel, een ja het kan op een oud andere wijze waarschijnlijk werk dodelijk zijn) langs de weg zit.
Als we beginnen aan de wandeling ziet iemand erg slang aan de kant van het pad. Na eerst de west Coast gedaan te hebben een daarna de outback was dit de laatste plaats waar ik verwachtte een wilde slang te zien (die childerens python was niet 100% wild). Helemaal zwart of het een tiger snake. Als hij je bijt heb je een probleem.
De Wildlife avonturen zijn nog niet over want rond het halverwege punt zitten we nog een chuoll. Het lijkt op een soort possum, maar het is kleiner een heeft vlekken ik zijn vacht. Jammer genoeg zien we geen wombat als we die gezien hadden was het helemaal compleet.
In Launceston is de City slide. Een 150 meter lange glijbaan ik het centrum. Je gaat met opblaasbare ringen naar benden. Het is complete chaos. Mensen vallen, beuken en duwen elkaar half naar beneden. Geweldig ook te zien. Ondanks dat het lijkt alsof mensen heen naar vallen raakt er niemand echt gewond (zo ver ik weet).

Ik blijf in launceston en wacht daar om opgehaald te worden door Antony en Thomas (een Italiaan en fransoos (laat ik het maar zo zeggen, onze fransman was een beetje apart)). We gaan weer richting Cradle Mountain maar dit keer gaan we dan echt de berg op. Onderweg roepen de twee gozers naar mij. Ik kijk terug en zie daar een zwart gevaarte over het pad glijden. Nog een slang. 5 seconden later en ik was in zijn pad geweest. Dan besef je waarom je niet van de paden moet wijken in Australië.
Cradle mountain zelf is leuk klim en klauter werk. Rotsen die 200x meer wegen dan ik liggen in de weg en ne moet er overheen. Soms levert het lastige en uitdagende situaties op. Het deed me erg denken aan de wandeling die mijn vader en ik in Noorwegen hebben gedaan (beseggen). De weg naar beneden is ook niet al te makkelijk. En we moesten ons haasten om de laatste shuttle bus te halen. Anders hadden we nog een aantal kilometers meer mogen lopen naar de parkeerplaats. Ze laten namelijk maat 50 auto's toe in het national park. Maar gelukkig hebben we de laatste bus gehaald.
We parkeren de auto ergens op een parkeerplaats in the middle of nowhere.

De dag erna gaan we naar een bepaalde rots en lopen over de top. Dan rijden we rond door tassie zelf. We besluiten om te overnachten in devonport.
Dan gaan we naar bijna het meest noordoostelijke puntje van tassie. Dan reizen we de oostkust naar beneden. Richting Wine Glass Bay om dan te eindigen in hobart. Laat ik deze paragraaf zo afsluiten, ik was er niet erg meer bij tijdens dit deel van de reis. Ik sliep of ik was aan het lezen, beetje jammer.

Nu is mijn reis op zijn einde. Morgen vlieg ik naar huis om bijna 24 uur later aan te komen in Amsterdam. Vlucht JQ8417 (EK147) is de vlucht die me vanuit Dubai terug in het koude Nederland moet brengen. Ik land dan zondag (08-03-2015) rond 12:00 (locale tijd) op schihol, tenminste dat is het plan.
Ik kijk er naar uit om thuis te komen en ik zal aussie en NZ ook wel missen. 1 ding weet ik wel, het was geweldig!

Thank you New Zealand

De feestdagen zijn voorbij. Ik ben doorgereisd en zal terug keren naar Australië. Maar voordat ik richting Darwin vertrek nog mijn verhaal over South.

Op een hele vroege morgen moet ik de boot pakken richting Picton 'the gateway to South Island'. Aangezien ik wat laat was met boeken moest ik in dit kleine vissersplaatsje even wachten voordat de bus met een andere boot aankwam. De reis op het zuidereiland is begonnen.
De plaats waar we naar toe reizen is ook het begin van The Coastal Track, 1 van de 7 Great walks in Nieuw Zeeland, in Abel Tasman national park. Ik was van plan om deze te gaan lopen. Echter waren de hutten al zo volgeboekt dat ik dit niet meer goed kon inplannen.
Abel Tasman national park is zeer mooi. Jammer genoeg leven daar erg veel van 1 van de grootste ergernissen die je in Nieuw Zeeland kan vinden: Sand flies! Stel je een groot fruitvliegje voor. Laat deze met 10 tallen om jou heen vliegen en eens in de zo veel tijd steken. Het doet pijn en niet veel later jeukt het enorm! Nee, het is nog erger dan die vervelende muggen thuis. 1 klein positief punt is dat je ze niet hoort vliegen, maar je weet dat ze er zijn!
Aangezien Nieuw Zeeland het land is van de adrenaline sporten doe ik mijn eerste idiote activiteit hier. Dit houdt in dat ik ben gaan skydiven. Oftewel je springt aan iemand vastgebonden uit een compleet goed functionerend vliegtuig. Je zou dat natuurlijk op de grond kunnen doen, maar dan is het geen skydive. Als je eenmaal in je jumpsuit en harnas bent gehesen loop wacht je tot het vliegtuig terug is en je loopt samen met je begeleider richting het vliegtuig. Je stapt in en gaat voor zijn neus zitten ( in mijn geval op z'n schoot). Hij klikt je vast en doet de laatste checks, vraagt of het goed gaat en dan krijg je 100% zuurstof toegediend aangezien we boven een bepaalde hoogte springen. Op de hoogte van 16500 voet (ongeveer 5km) gaat de deur open. De twee gecertificeerde springers springen er uit en ik ben aan de beurt. Half kruipend kom je bij de deur, je gooit je benen er buiten, kin omhoog en rustig ademen. De begeleider gooide ons uit het vliegtuig met een mooie flip om daarna in de vrije val te belanden. Deze duurde ongeveer 1 minuut en 15 seconden. Op de hoogte van 5500 voet wordt de parachute geopend. Dan met veel draaien naar beneden glijden om te landen waarvan je vertrok. De adrenaline rush die veel mensen hebben miste ik. Misschien ben ik gewoon niet snel onder de indruk.

We reizen door langs de west kust. Ondertussen komt het nieuwe jaar dichterbij. Onderweg naar Frans Josef Glacier stoppen we in een klein plaatsje om daar de nacht door te brengen. Om onszelf een beetje te vermaken hier geeft onze chauffeur, lolly (niet haar echte naam)(ze is heel lief en erg aardig) de tip om naar de lokale brouwerij te gaan. We krijgen een aantal proef biertjes die ze eerst in 2 liter flessen tappen om dan aan,ons te geven. Is de fles niet leeg dan schenken ze je glas zo maar even bij. Dus na een aantal proef biertjes en uitleg en nog een aantal biertjes samen met een kleine bbq, verlaat je de brouwerij in een gezellige sfeer. Het beste biertje naar mijn mening was hun pale als. De rest van de avond staat in het teken The Treasure Hunt. Lolly heeft een aantal opdrachten bedacht die wij moeten volbrengen in teams. Zo moesten we bijvoorbeeld een foto kunnen laten zien van een 10-man-piramide, een hangi (Maori) begroeting, 3 locale attracties en een garage party. We moesten een local meenemen, een plastic fork en de haka/nationaal volkslied kunnen opvoeren. Jammer genoeg werd onze groep 2e.

Frans Josef glacier. 1 van de must do's hier in Nieuw Zeeland. Dit houdt tegenwoordig in dat je met een helicopter de gletsjer op vliegt om daarna met een gids over de gletsjer te lopen. Aangezien ze met helicopters werken moeten ze uitzicht hebben op de gletsjer om erop te landen. Oftewel je moet mooi weer hebben wil je de gletsjer op kunnen. De dag dat wij aankomen is het weer nou niet je van het. Maar we hebben goede hoop dat we de volgende dag de gletsjer op kunnen. Dat zou oudejaarsdag zijn. Wat een manier om het jaar af te sluiten. Jammer genoeg was het weer nog slechter dan de dag ervoor. Geen gletsjer tour voor mij.
Gelukkig is er bij Frans Josef (het plaatsje heet ook zo) bij ons hostel 1 van de party plaatsen op het circuit van Stray. Maar het voelde helemaal niet als oud en nieuw. Op een bepaald moment werd er geroepen '5 minutes till new year'. Niet vele later '1 minute guys!' dan begint het aftellen (10 etc.) en iedereen schreeuwt happy new year. Niet veel later gaat het drinken gewoon verder. Een totaal andere ervaring, leuk? Ja en nee. Er waren te veel dingen die ik miste om er echt van te genieten: Familie, vrienden, oliebollen en vuurwerk.
Met een lichte kater gaat de bus verder richting Wanaka of Lake Wanaka. We komen daar aan over een weg die hele mooie uitzichten bied. Nog moe van de vorige avond gebeurt er niet veel.

Queenstown! De plaats waar het gebeurd, skydiven, raften, canyoning, bungeejumps, riverjets (met een jetboad over een rivier langs rotsen scheren) en eigenlijk elk andere activiteit die gevaarlijk is. We stoppen bij de eerste commerciële bungeejump in de wereld. Maar 43 meter hoog en de optie om met je hoofd en boven lichaam het water in te gaan. Maar dat is leuk en aardig want de volgende dag ga ik bungeejumpen. Dit is 1 van de hoogste in de wereld. De hoogste in Nieuw Zeeland en Australië. Een kleine 134 meter hoog. Als je springt heb je 8 seconden vrije val voordat je weer omhoog veert.
Je wordt aan je voeten vastgebonden. Met een ongemakkelijke pinguïn achtig waggel loop je naar de rand. Lach in de camera, 3, 2, 1 en springen maar. De eerste helft van mijn val herinner ik me dat ik alleen maar met mijn armen aan hey zwaaien was, de tweede helft schreeuwde ik van plezier. Je veert omhoog en valt weer. Dan trek je aan een speciale kabel zodat je in een zittende positie komt. Je wordt omhoog gehesen en dat is het. Nu had ik wat meer last van een adrenaline kick dan na de skydive, maar nog steeds was ik er niet onder de indruk van de adrenaline rush.
De dag erna weer een adrenaline dag. De Canyon Swing, de hoogste cliff jump in de wereld, althans dat noemen ze zichzelf. Je springt van een platform (hoe je maar wil) valt 60 meter naar beneden en komt in een swing van 200 meter, je bungelt wat en wordt omhoog gehesen. Mijn eerste sprong is The Chair. Je wordt in een stoel gezet, en je moet achterover leunen tot je gaat vallen. Ze pesten je tot je redelijk nerveus wordt. Ten eerste vragen ze zich af of het harnas wel goed zit, dat wordt goed gezet, dan als je achterover leunt trekken ze je terug. Dat gebeurt nog een aantal keer. Als je verwacht dat ze,je terug trekken laten ze je vallen. Leuk om te doen, niet erg spannend. De tweede sprong is The Pin Drop. He springt zijwaarts van het platform met je handen achter je rug en probeert zo stijf mogelijk te blijven. Niet erg spannend na de bungee.
Dan maar over het eten in Queenstown. Ferg burger, door cnn uitgeroepen tot beste burger inde wereld. Devil burger, goed maar niet zo goed als Ferg alleen een veel minder lange wachttijd. Fat Badgers, een pizza tent waar ze goeie pizza's maken, de large is echt large 20 inch normaal is 16 inch. Dan zijn er nog een tal van andere plaatsen waar je goed kan eten. 1 van de grote pizza's van Fat Badgers at ik 1 avond de helft van. De volgende dag was het brunch en avond eten, de ochtend erop ontbijt.

Ik verlaat Queenstown na 4 dagen om naar Fjordland te gaan. Hier doen we een Milfordsound cruise. Milfordsound is geen sound maar eigenlijk een fjord. Het doet me dan ook denken aan Noorwegen. We overnachten in Gunn's Camp. Een camping/hostel waar er maar een paar uur per dag elektriciteit is. Heet water wordt nog met vuur gecreëerd. En sand flies? Dit was nog 10x erger dan in Abel Tasman.

Dan het meest zuidelijke eiland van Nieuw Zeeland, Stewart Island. Hier ben ik van plan om Kaikuora track te gaan lopen. Dit is een kleine 40 kilometer wandeling die je in 3 dagen kan lopen. Maar eerst kiwi spotten. Hiervoor wordt de airstrip aangeraden maar mag je officieel niet komen, toch gaar iedereen daar heen. In de lucht zo ik een grijzige wolk en denk 'wat een aparte wolk' maar mijn aandacht wordt getrokken door geritsel in de bosjes. Ik sluip dichterbij. Het geritsel wordt erger en dan... Daar zie ik een wilde kiwi door het gras rennen. Je ziet hem niet goed, alleen maar een silhouet. Je kon er dus geen foto van maken want ze kunnen niet tegen de flits. Nadat de kiwi vertrokken is kijk ik weer naar die rare wolk. Deze veranderd voor mijn ogen. Toch maar een lange sluitertijd foto gemaakt. Wat blijkt er zit paars in de foto! Dit is geen wolk maar het zuiderlicht! Nooit gedacht dat ik ooit het zuiderlicht zou zien. En dat ik het zuiderlicht eerder zie dan het noorderlicht is nog raarder.
Twee dagen later vertrek ik tegen het eind van de ochtend vanuit Oban (het enige dorpje op Stewart Island) om naar Lee Bay te lopen, het begin van de wandeling. Dan is het ongeveer 3uur lopen naar de eerste hut. Onderweg geweldige uitzichten over de baaien en stranden. Het water heeft een prachtige turquoise kleur. Bij de hut ontmoet ik mijn mede wandelaars. 2 kiwi's, 2 Amerikaanse meiden, een oudere man uit Wales samen met nog een kiwi, en nog een Amerikaanse gozer. Dag 2 gaat alleen maar door het regenwoud. Het klinkt zaaier dan het is. Iedere zoveel meter zie je het bos veranderen. En het pad is ook interessant. Ene moment daal je 30 meter om 6 meter te stijgen om 3 meter te dalen on 11 meter te stijgen. Zo gaat het door. En het pad is voor een merendeel bedekt met gravel. Af en toe is het een stuk bospad en wat modder, maar niks wat je niet aankan. Je zou het zo op gympen kunnen lopen. Het is gelukkig wat koeler dan de voorgaande dag maar dat gebeurd ook in een regenwoud. De laatste dag begint met wat regen. Oftewel al het regenspul komt naar buiten. Maar na nog geen 10 minuten stopt het voor de rest van de dag met regenen. Ik loop vrolijk verder. Tot er een afdaling komt die ik redelijk snel doe. De bocht in deze afdaling doet mijn rugzak door draaien. Hierdoor raak ik in onbalans. Mijn rechter voet komt op de rand van de greppel naast het pad. Nog voor ik mijn rechter voet heb staan weet ik dat het mis is. Mijn tas vangt gelukkig het meeste van de val op. Mijn linker hand neemt de meeste schade op zich. 2 sneden die er goed uitzien en goed bloeden. Na enkele seconden begin ik een klein bloedspoor achter te laten. Ik stop maar om het te verbinden om daarna maar zo snel mogelijk naar Oban te gaan.

Na mijn grote avontuur op Stewart Island is het tijd om terug te keren naar Queenstown. Vanuit Queenstown gaan we naar Mt. Cook. Er wordt ons verteld dat zit 1 van de gevaarlijkste bergen is om te beklimmen in Nieuw Zeeland. Een groep ervaren klimmers was vast komen te zitten en riep om hulp. Het weer was te slecht om hulp te kunnen sturen. 10 dagen later was er nog geen spoor van de klimmers.
Vanuit Mt. Cook gaan we naar Rangitata. De plaats om te raften in Nieuw Zeeland. Ik laat je dat geen 2x zeggen. En met de ervaring van Australië moet er toch meer kunnen. Met twee graad 5 stroomversnellingen is het ook de spectaculairste. Deze raft trip was dan ook 10x beter dan die in Australië.

Dan mijn laatste trip met stray. Naar Kaikoura. Hier is de kans dat je walvissen en dolfijnen ziet het grootst. Je kan dan ook met 100% wilde dolfijnen zwemmen. Ze worden niet gevoerd of wat dan ook. Ik ga dit ook doen. Een vroege ochtend waar je om 4:30 opstaat om om 5:15 bij het bedrijf te zijn is zwaar. Maar dan krijg je een zeer dik wetsuit en andere benodigdheden voor het zwemmen met dolfijnen. Dan vertrek je per bus richting de booten. Na een 20minuten varen zie je de eerste dolfijnen. Je doet snel alles aan wat je nog niet aan had en maakt je klaar om het water in te gaan. Dan spring je alle tegelijk het water in. Je zwemt een stukje en je hebt het gevoel dat de dolfijnen helemaal niet in de buurt zijn. Tot er 1 langs je zwemt. De dusky dolphin heeft prachtige patronen en is zeer speels/acrobatisch. Als ze je in de gaten hebben en je gaat draaien in het water dan zullen ze om je heen gaan zwemmen. Mijn mooiste moment was dat er 4 dolfijnen voor me zwommen en ik wist dat er nog eens 2 a 3 naast/achter mij waren. Nadat we het water verlaten hebben varen we rustig zodat de dolfijnen op de boeggolf surfen. Andere dolfijnen zwemmen wat weg en komen al springend door het water weer terug. En het zijn nogal seks beluste dieren. Binnen 2,5 minuut had 1 vrouwtje 5x seks met 3 verschillende mannetjes. Dames probeer dat maar eens...

Om terug te keren richting Christchurch moest ik een andere bus nemen of liften. Aangezien liften een normale bezigheid is voor backpackers in Nieuw Zeelandga ik voor deze keuze. Na een 20 minuten tot een halfuur stopt er eindelijk een auto. Deze kiwi heeft van Auckland naar Rotorua gelift en wil nu de eer terug geven aan andere lifters. En tot mijn grote geluk gaat hij naar het centrum van Christchurch. Ik wordt bijna voor de deur van mijn hostel afgezet.
Nu Christchurch... Wat een drama is het hier nog. Ik zit net aan de verkeerde kant van het CBD. Als ik naar het beetje leven wat er nog is, in het CBD, wil moet ik door een bouw put heen wat onvoorstelbaar is. Er staan nog gebouwen die half gesloopt moeten worden ennog veel lege plaatsen waar ooit gebouwen hebben gestaan. Het is diep en diep triest.
Het is nu bijna 4 jaar geleden sinds de verwoestende aardbeving is geweest (februari 2011). En nog steeds ligt de stad voor mijn gevoel in puin. Er worden al nieuwe gebouwen gebouwd terwijl andere nog met ondersteuning staan. Halve straten zijn afgezet of helemaal. Het meeste trieste in het icoon van de stad. Christchurch Cathedral. Deze kerk was en is nog steeds zeer geliefd bij de inwoners. Alleen de kerk staat er nog bij alsof de aardbeving een paar weken geleden is gebeurt. Iedereen wil dat de kerk opgebouwd wordt, ze hebben alleen toestemming nodig van de kerk zelf.

De hoogtepunten van Nieuw Zeeland: Skydiven in Abel Tasman, raften in Rangitata, met dolfijnen zwemmen en ik mag mijn bungee natuurlijk niet vergeten. Eigenlijk mag heel South Island en Stewart Island hier staan.
Dieptepunten: Die verrekte sand flies! Wat zal ik blij zijn daar geen last van te hebben. En het gene wat gewoon jammer was dat ik niet Frans Josef Glacier op kon. Vallen tijdens het wandelen op Stewart Island is toch ook redelijk vervelend geweest.
Nu is mijn trip door Nieuw Zeeland tot een einde gekomen. Ik heb er enorm van genoten. Het land past zo in Europa. Ik moet zeker nog eens terug keren als ik de kans krijg.

North Island

Sinds ik weer vertrokken ben uit Auckland is er ook weer genoeg gebeurd. Ja, ik zit niet stil.

Nadat we Auckland verlaten gaan we richting Rotorua. Maar eerst stoppen we bij Raglan. Dit is een klein plaatsje aan de westkust van Nieuw Zeeland. Door het mooie weer kunnen we prima op het strand liggen en genieten van een zonsondergang die lichtelijk verpest wordt door de opkomende wolken.

De eerste culturele stop met Stray is bij Mourea. Hier worden wij op officilele maori wijze ontvangen. Na het ontvangst krijgen we een demostartie van de cultuur. Oftewel de haka wordt uitgevoerd en de poi ook. De eerste haka die wordt uitgevoerd is meten destructief vor de vloer. 1 van de mannen stampt iets te hard en stampt door een plank van de vloer heen. Er wordt uitleg gegeven over de wapens die gebruikt werden en er wordt in de maori taal gezongen. Wat ik geleerd heb is dat je er niets van kan verstaan.
Later (of eigenlijk op het einde van de culturele show) is het aan ons, de gasten, de beurd om de haka en de poi te leren. De mannen leren de haka, de vrouwen de poi. Ik weet 1 ding nu, doe je de haka goed dan doe je jezelf pijn tot blauwe plekken toe. Ja ik had er blauwe plekken van.
De nacht brengen we alel door in de 'meeting hall'.

Rotorua is de volgende dag het eindstation. Dit plaatsje is nogal bekend om de beruchte geur die er hangt. Heel veel sulpher. Oftewel het stinkt er best vaak naar rotte eieren. Gelukkig merk je daar na een tijdje niks meer van.

Dan begint mijn East Bro trip. Vanuit Rotorua vertrekken we richting Gisborne. Onderweg op een aantal interrsante plaatsen. Maar niks bijzonders. Ons avond eten hebben wij terwijl onze driver zich vermaakt op zijn surfboard. 's avonds genoten van een kampvuur en een zonsondergang met een uiteindelijke mooie sterrenhemel.
De ochten erop staan we bijna allemaal op voor de eerste zonsopgang van de wereld. Ja je moet er wat voor over hebben om die te zien door om 5 uur 's ochtends op te staan. Maar het was het waard.
De wijn proeverij die op deze ochtend volgt was ook zeer geslaagd. Het idee dat je lichtelijk aangeschoten om 11 uur terug de bus in gaat was dan ook goed geslaagt. Met 6 wijnen de je proeft en relatief volle glazen kan ik zeggen dat het goed was. En de kwalitiet van de wijnen waren ook niet verkeerd.

Dan op weg naar een, zoals onze driver zegt, pretty shitty place. Alles is er over priced en het weer zat ook niet heel erg mee. Iedereen was het met onze driver eens.

De eerste dag vol met regen. Dat is jammer maar we gaan maar eens het meest oostelijke punt van NZ bezoeken. Dit is bij (jawel) een vuurtoren. Net zoals in Australie.Onderweg naar de volgende bestemming leren we een maori lied:
Te aroha (to love)
Te faka pono (to have faith)
Te range marie (have peace)
Tato tato e (for everyone)
Dit moesten we zingen na het informele officele welkom van de maori familie bij wie we verbleven.

Terug in Rotorua snel de nieuwste Hobbit gezien. De volgende dag ging ik namelik naar Hobbiton. De film locatie van The Shire in Lord of the Rings en The Hobbit films. Jammer genoeg was het weer niet al te best toen ik er was. Dit gaf echter een speciaal gevoel bij dit plaatsje. Nee, de Hobbit holes zijn alleen maar uiterlijk. Sommige deuren kunnen geopend worden en dan is het alsof je in een kleine schuur staat. Het leuke is ook dat je alle locaties van de films terug ziet. The Green Dragon Inn is een leuke kleine pub (met een zeer goeie pie!). Veel mensen die ik gesproken heb vonden dat ze door Hobbiton werden gejaagt. Ik had dit gelukkig niet. Maar ik kan me voorstellen dat dit gevoel snel kan optreden bij grotere groepen op mooie dagen.

Vanuit Rotorua gaan we naar Lake Aniwhenua, de tweede culturele stop. Hier krijgen we een traditionele hangi. Dit is een in de grond gekookte maaltijd zoals de maori vroeger kookte en vele tijd eist. Het begint met een vuur waar stenen rood gloeiend gemaakt worden. Deze worden in een gat van 1 bij 1 bij 1 meter gestopt. Daarboven worden rekken met vlees en groentes geplaatst. Water wordt er overheen gegooit. Het wordt afgedekt met een doek, deze wordt were bedekt met andere doorweekte doeken. Deze doeken worden afgedekt met een plastic zeil waar zand overheen wordt gegooit. Na een 2.5 uur is alles klaar.
ijdens het wachten op het eten heb ik samen met iemand anders een beetje geleerd over de vechtstijl die deze maori stam gebruikte.

De volgende stop is Blue Duck Station. Een boerderij waar stray speciaal heen gaat. En waarom! Afgelegen, veel natuur en de activiteiten hier. Het is nogal erg speciaal. Ik ben gaan geitenjagen. Geiten zijn samen met konijnen, possums, wezels en reeen een nationaal probleem. Dus om dit probleem onder controle te houden mag je deze allemaal zonder veel meer reden schieten. Nu heeft de boerderij wel een visie dat alles van de geiten gebruikt moet worden.
Onze jacht trip begint met een kleine safety brieving. Hierna een testronde schieten om te voelen hoe het wapen aanvoelt. De andere 2 in mijn groep schoten eerst. Ik was bezig om een doel te zoeken wanneer er een konijn in mijn beeld hupt. Oftewel ik moet deze schieten. Eerst zie ik hem niet goed omdat hij in de toppen van de boomlijn zit. Maar ik schiet en ik raak.
Daarna gaan we echt oppad. We lopen lange tijd en drijgen het op te geven om op geiten te jagen, dus de konijnen jacht is begonnen. Deze gaat ook drastisch slecht. We zien de konijnen wel maar we missen elk schot. Tot er een konijn midden in het veld zit. 1 van de andere gaat voor het schot. Schijnbaar mist hij. Ik neem het volgende schot aangezien hij stil blijft zitten. Ook ik mis, tenminste... We lopen dichter naar het konijn toe. Het is geen konijn maar een stuk verroest ijzer. Er zitten 2 gaten in. Oftewel we hebben wel raak geschoten.
We besluiten verder te gaan op de konijnen jacht met een kleiner kaliber wapen. Dit geweer ziet er een stuk dreigender uit maar is het totaal niet. Zoals onze gids zegt is het nogal een flut wapen na zo'n 15 (of 50) meter is het wapen niet meer accuraat.
Tijdens de konijnen jacht zien we plots een aantal geiten. Onze gids racet terug om het goede geweer weer te halen. Als hij terug is zijn de geiten weg. Maar bij jagen hoort achtervolgen. Dus wij de achtervolging in. We zien ze en 1 van de andere twee gaat achter de andere aan. Jammergenoeg verdwijnen ze wat later. We staan op het punt van opgeven.
Een van de collega's geeft dan aan dat er geiten net om de hoek van de berg zijn waar we op zitten. Achtervolging 2. Al redelijk snel zien we de eerste geit. Ik ben de gene die de eer heeft om de eerste te schieten. Ik richt probeer wat te kalmeren en schiet. Ik zie de geit omvallen en ik weet dat het raak was. Het gevoel wat in de volgende wat seconden door me heen gaat is onwerkelijk. Ik kan het dan ook niet beschrijven. De andere twee schieten ook hun geit.
De geiten worden meegenomen. 1 van hen wordt op het moment geskinned en in stukken gehakt. Wij mogen zelf een stuk van de geit mee nemen voor ons eten. De rest van deze geit wordt gebruitk als hondenvoer. Dit aangezien het een oudere geit is en die jongen die hem schoot hem in de darmen raakte.

Tongario national park. Het huis van Mt Doom. De dag dat wij aankomen is het weer te slecht om de wandeling te wagen. We wachten dus tot de volgnede dag wanneer het weer goed zou zijn. Dit was het dus niet. Voor de wandeling mag je gemiddeld 7 uur rekenen. van deze 7 uur lopen we van minuut 1 door regen en mist. Dit gaat een lange tijd door. Tot een stuk van de afdeling het ineens opklaart. Inmiddels zijn we verregend en uitgewaaid. Uiteindelijk kom ik beneden tot de verbazing van een andere groep. Deze waren een uur eerder vertrokken en hadden het al in 6 uur gelopen. Ik als een gek liep het binnen 4,5 en 5 uur.
Ik moet zeker nog eens terug komen om deze wandeling opnieuw te doen (en er zijn genoeg redenen om terug te komen naar dit mooie land) met dit keer wel prachtig weer.

Nu ben ik in Wellington (of zoals de chaufeur van hobbiton het noemt: Wellywood). Dit is gewoon opnieuw een stad. Eentje aan het water, maar gewoon een stad. Ik heb hier helemaal niks gedaan behalve rond hangen. En nu gaat het tijd worden voor het zo wel bekroonde zuider eiland.

Auckland, Cape Reinga

Mijn vlucht van Cairns naar Auckland ging eerst over Sydney. In Sydney naar een andere terminal en opnieuw inchecken. Maar het zal Australie niet zijn als ze voor de bus tussen de terminals geen abnormale dure prijs vragen, de trein ritten die ik maakte toen ik nog in Sydney werkte waren goedkoper. Maar goed, zo vlieg je door richting Auckland. Daar op het vliegveld bedenk ik dat ik nog een stel pinda's in mijn rugzak heb zitten. Totaal vergeten dat ik die had en ik had ze niet gezien tijdens het inpakken. Ik, nog voor dat ik door de controle ga, nog vragen of ik die uit mijn tas moet halen. Gelukkig mag je pinda's gewoon meenemen. Maar ik had mijn wandelschoenen neiet schoongemaakt oftewel die krijgen een was beurt. En mijn mooie appieheijn tas waar de schoenen in zaten werd ingenomen

Cry
. Tas gaat door de rontgen, net voordat ik weg loop vraagt een andere beambte: 'heb je enig organisch materiaal bij je?' Ik met een grote glimlach zeg dat het een stel domme pinda's zijn. Niet veel later staat er een stempel in mijn paspoort. Ik ben in Nieuw Zeeland.
Het eerste wat me opvalt het is KOUD! Van ongeveer 35 graden naar 14-18 als je buiten komt is wel schokkend. Dan sta je daar in je shorts, slippers en t-shirt te wachten op een bus (die natuurlijk ook veel te duur is).

Auckland is een platte stad, er staan wel een aantal wolkenkrabbers in het centrum maar dat is ook het hoogste wat er is. Geen flats, alles is gewoon plat. De haven en de zee rond Auckland liggen vol met zeilboten. Niet alleen je allerdaags zeiljachtje, er liggen ook de echte race-boten in de haven. De eerste die ik zie is van team Vodafone. Rood en een trimaran. Dan liggen er ook een stel andere.

Al snel laat ik Auckland achter me om omhoog naar Paihia te gaan. Een plaatsje dicht bij Russel (de oude hoofdstad van NZ). Vanuit hier ga ik met een bus omhoog. Opnieuw sandboarden en dit keer eindig ik met minder zand overmeheen. Alleen mijn beste run wordt verpest door mensen die op de grond staan te kijken en praten, oftewel ik moet inhouden.
Dan ongeveer het meest noordelijke punt van NZ, Cape Reinga. Hier komen de Tasman Zee en de Grote Oceaan bij elkaar. Je ziet een klein kleurveschil tussen de wateren. DE ene is iets blauwer de andere wat donkerder.
Dan 1 van de beste Fish 'n Chips van NZ en blijkbaar de wereld proberen. Vet, dat is het enige wat ik er over wil zeggen.

Nu ben ik weer terug en Auckland en ga meer naar het zuiden en westen.

Deze reis is mede mogelijk gemaakt door:

Travel Active